Het rode centrum (outback) van Australie

1 april 2019 - Haymarket, Australië

Vanaf Christchurch zijn we naar Alice  Springs gevlogen met een tussenstop in Sydney. In Sydney komt 1 van onze koffers niet van de band, na wat gebel en overleg, gaan wij door naar de volgende vlucht. In Alice Springs proberen ze te regelen dat de koffer de volgende morgen via Darwin aankomt, maar als ook dit niet lukt, brengen ze de koffer 's middags naar ons volgende hotel 150 km verder. De vlucht van Sydney naar Alice Springs laat goed het binnenland van Australie zien, we zien een leeg rood land, weinig wegen en geen dorpen. Bij de landing in Alice Springs lijkt het vliegtuig op het rode zand te landen, maar hij landt precies bij het begin van een asfalt landingsbaan. Alice Springs is een kleine stad, waar veel Aboriginals wonen. Bij het vliegveld halen we een huurauto op en na 1 nacht Alice Springs gaan we de woestijn in. De eerste dag gaat naar Glen Helen, hier was vroeger een verzamelplaats van vee en is nu een camping en lodge in de middle of nowhere. We krijgen daar een eenvoudige kamer met een prachtig uitzicht op de rode  rotsen en 's avonds op het terras een prachtige sterrenhemel met muziek op de achtergrond. Onderweg in het West Mcdonnel nationaal park hebben we al prachtige tussenstops en wandelingen gemaakt bij o.a Simpsons Gap en Standley Chasm, deze dag gaat bijna nog geheel over geasfalteerde wegen. Na Glen Helen gaan we naar Kings Canyon, hier kan Hendrik zijn hart ophalen aan de 140 kilometer lange Mereenie loop. Dit is een gravelweg alleen toegestaan met een vierwiel aangedreven auto en met een vergunning, omdat dit geheel over Aboriginalland gaat. We komen op de 140 km zo'n 15 auto's tegen. Kings Canyon  bestaat net als Glen Helen uit een lodge en camping, maar hier is het allemaal wat luxer. De canyon heeft  heel hoge steile wanden, bij de lodge is een uitzichtpunt aangelegd voor het zien van de zonsondergang. De laatste en bekendste stop in het binnenland is bij Uluru/Ayers Rock. Hier is op ca. 5 km  van de rots een groot hoteldorp aangelegd en is het druk. We blijven hier 2 nachten en gaan de tweede dag het nationaal park in. Als eerste naar de, voor de Aboriginals heilige rots, de Uluru. Hier is een cultureel centrum dat het verhaal van de Aboriginals laat zien en ook hun strijd, om het heilige land weer in eigendom te krijgen. Hierna gaan we rond de rots met een lengte van 3,5 km en een  hoogte van 876 meter. Van afstand lijkt het een gladde rots, maar van dichtbij zijn er kloven, gaten, overhangende rotsen etc. Er gaat een wandeling rond de rots, hier lopen we een groot deel van. In een ander deel van het park ligt Katja Tjuta, meerdere rode rotsen met een ronde top, die tegen elkaar leunen.De temperatuur in dit deel van Australie is rond de 30 graden en we zien alleen een strak blauwe lucht. 's Avonds tegen zonsondergang gaan we opnieuw het park in om de rots bij zonondergang van kleur te zien veranderen.  Dachten we na Nieuw Zeeland verlost te zijn van de sandflies (bijtende vliegjes waar je rode bulten van krijgt), worden we gelijk bij aankomst in Alice Springs belaagd door muggen. Deze bijten of steken niet, maar kruipen in oren, neus en achter brillenglazen. Iedereen loopt met een netje over het hoofd en gebruikt een spray. 

Na 5 dagen in de woestijn, hebben wij vanmorgen de huurauto ingeleverd en zijn we van Uluru naaar Sydney gevlogen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Jan Postma:
    1 april 2019
    Hallo Hendrik en Wytske, weer een mooi verslag van jullie reis en prachtige foto's. Vooral die van Hendrik met ymkerkleedje over het hoofd. Mooie bergen en afgeslepen gesteente hebben ze daar en de duifjes met hun puntje op het kopje doen het ook mooi. Ook de foto van jullie beiden is prachtig. En die vliegjes, laat die daar maar blijven, anders moet ik ook onder een netje. Geniet in Australië ook nog van jullie mooie reis. groet van Jan.