Canyons en rotswoningen 1

De reis naar het westen gaat voor ons via interstate 40, langs Little Rock, Oklahoma en Amarillo. De eerste nacht overnachten we in een State Park aan een rivier, de 2e nacht in Elk City. Elk City ligt aan de historische Route 66 en hier is een mooi, zeer goed onderhouden museum met een oud dorp, oude voertuigen, informatie over R66  en rodeo's en een deel met oude landbouw voertuigen en gereedschap. 

In Amarillo zoeken we de Cadillac Ranch, hier zijn jaren geleden meerdere Cadillacs rechtop in de grond gezet en beschilderd door kunstenaars. Het staat nergens aangegeven en als we het eindelijk vinden, kunnen we er niet bijkomen. Van afstand ziet het er zwaar verwaarloosd uit. Hierna gaan we naar het kleine broertje van de Grand Canyon in Texas, n.l. Palo Duro Canyon. Na een kijkje in het visitor  centrum met een klein museum, rijden we het park in. Het blijkt een prachtige canyon met mooie rode rotsen. 's Nachts kamperen we in het park op een prachtige plek met een overdekte picknick plaats. Het is overdag 32 graden en te warm voor een lange wandeling.

's Avonds bij zonsondergang zien we 2 reeën  en wilde kalkoenen over de camping lopen.

Tussen Amarillo (Texas) en Albuquerque(New Mexico) is het land leeg en dor. Af en toe zien we vee en  er van elkaar soms een boerderij. Het laatste deel zien we wat meer begroeiing (struiken en cactussen) en uit eindelijk volgen de  bergen. Bij Albuquerque verlaten we de Interstate 40 om iets naar het noorden te gaan.

Hier overnachten we op een mooie camping met daarnaast een kleine bierbrouwerij met pizzeria.

Op weg naar Durango komen we door een prachtig landschap met besneeuwde bergen. Durango is een mooi oud stadje, dicht bij Mesa Verde.

Het nationale park Mesa Verde is een archeologisch park. In ca. 1900 werden hier eeuwenoude overblijfselen van de Anasazi indianen ontdekt. Voor 1100 leefden deze indianen in woningen gedeeltelijk onder en gedeeltelijk boven de grond. Maar van ca. 1100 tot 1300 bouwden ze woningen onder de overhangende rotsen, hier waren ze in de winter beschut voor de kou en de wind en in de zomer voor de hitte.

Rond 1300 zijn de mensen hier vertrokken en men heeft niet kunnen achterhalen waarom. De meest voor de hand liggende reden is een lange droge periode, zodat ze geen water meer konden krijgen. Bij hun vertrek zijn zeer veel voorwerpen achter gebleven en deze zijn nu gedeeltelijk te zien in de 2 musea in het park en in grote archief ruimtes.

Een weg van zo'n 30 km loopt door het park en daarlangs zijn vele uitzichtpunten.

Vandaag (zondag) zijn we naar Silverton gereden, een oud mijnstadje. Naast de weg en in de bergen ligt nog veel sneeuw, het is ca. 10 graden en zonnig. Het bezoekerscentrum van het stadje is open, maar voor het mijnmuseum en de mijn is het te vroeg, deze gaan halverwege mei open. We krijgen een route mee voor een wandeling langs de oude winkels en woningen. Alleen de hoofdweg is geasfalteerd, de overige straten zijn van gravel.

Op de terugweg naar Mesa Verde gaan we langs bij een galerie met indiaanse kunst.

Morgen vertrekken we weer uit Mesa Verde, we hebben hier  gedurende 3 dagen op de mooie camping gestaan.

Gr. Hendrik en Wytske